Sal is relatief aan de andere eilanden, kortgeleden pas bewoond. Ten tijde van de middeleeuwen werden op het eiland een paar uitgezette geiten losgelaten, die de scheepvaarders later dan weer voor vers vlees meenamen. In die tijd sprak men over "Llana" wat "vlak" of “niets bijzonders" betekend.

Pas door de zoutproductie in de 18e eeuw, is het eiland in zicht gekomen van bewoonde wereld. Er zou voor 30.000 ton geëxporteerd worden naar voornamelijk Brazilië. Nog steeds wordt er zout gewonnen, maar in 1984 is de massaproductie nagenoeg gestopt.

Met de komst van het internationale vliegveld, gebouwd in 1939 kwam er een luchtbrug tussen Portugal en Brazilië. Het heeft verbindingen tussen o.a. Amsterdam, Lissabon en Parijs, en in het binnenland vliegt men onder meer op Praia en São Pedro.

Het vliegveld ligt in het midden van het eiland, vlak bij het plaatsje Espargos. Het dorp heeft een steile heuvel in het midden met vele zendmasten én de luchtverkeersleiding radar koepel. Vanaf deze top, heb je een prachtig uitzicht over het eiland.

In het centrum vind je een aantal mooie muurschilderingen en heeft dan ook een bloeien streetart cultuur.

Vanaf 1720 was er inmiddels een klein vissersplaatsje gekomen Palmeira geheten. Het ligt aan de westkust aan de gelijknamige Baai van Palmeira. Nog steeds is dit plaatsje, de enige echte havenplaats van Sal. Hier vertrekt dan ook de pont van en naar de verschillende andere eilanden.

Sal is 4 tot 12 km breed en 30 km lang. Het heeft een oppervlakte van 216 km².

Een aantal prachtige bezienswaardigheden strekken zich uit van de noordpunt met haar "Blauwe oog" tot aan de levendige pier in Santa Maria.